Afbeelding
Foto: Gertie de Boey

“Nummer één prioriteit bij het vinden van een baan: het leren van de Nederlandse taal”

Voorpagina

Je bent universitair geschoold, hebt een carrière opgebouwd en hebt een woning en drie kinderen. Om je gezin te beschermen, moet je echter vluchten naar een ander werelddeel, je vertrouwde leven (voorgoed) vaarwel zeggen en weer volledig vanaf nul beginnen. Het overkwam Ibrahim Al-Obaeid en zijn vrouw Nabeela Al Rahaal. Dankzij hun enorme doorzettingsvermogen en motivatie hebben beiden nu hun plaats in de Nederlandse samenleving gevonden. Maar de weg daarnaartoe was zwaar en moeizaam.


“Syrië was een mooi, liberaal land waar mensen met verschillende geloven samenleefden”, vertelt Nabeela. “Wij woonden echter in de provincie Daraa, waar in 2011 de demonstraties tegen Assad begonnen. Ongeveer 45 procent van alle woningen in Syrië is inmiddels verwoest door bombardementen. Door de oorlog was ons leven en dat van onze kinderen in gevaar.” 1994, Ibrahim werkt als docent in Syrië, Nabeela heeft haar opleiding Psychologie afgerond. Het echtpaar besluit naar Koeweit te verhuizen en woont en werkt daar twintig jaar. Tijdens vakanties reizen ze met de auto naar Syrië, om familie en vrienden te bezoeken. Wanneer de oorlog begint, verliest Nabeela haar werk. Haar verblijfsvergunning is verbonden aan haar arbeidscontract, dus moet ze Koeweit verlaten. Maar terug naar Syrië is geen optie. “We wisten hoe onveilig de situatie daar was en er was geen hoop dat de oorlog snel zou stoppen. Omdat we twee inkomens nodig hadden, zat er niets anders op dan te vluchten. De meeste Arabische landen zijn helaas gesloten voor Syriërs, daarom kozen we voor Europa”, vertelt Ibrahim. Nabeela vertrekt in 2014 naar Nederland, samen met haar drie kinderen Hanin, Ahed en Besher. Ibrahim volgt hen een jaar later. “Onze voorkeur ging eerst naar Zweden, omdat we daar een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd kregen en hier voor vijf jaar”, legt Nabeela uit. “Maar toen ik hoorde dat de mensen in Nederland zo sociaal, open en gezellig zijn, was het mijn grootste wens om hierheen te komen. En daar hebben we nooit spijt van gehad.”

Nederlands leren 
Nummer één prioriteit is het leren van de Nederlandse taal. Tegelijkertijd doet het echtpaar vrijwilligerswerk. Zo werkt Nabeela bijna 2,5 jaar als vrijwilliger bij Gors Zeeland. “De mensen daar steunden mij enorm bij het leren van de taal en het zoeken naar werk. Als ik wilde, kon ik daar aan de slag met kinderen, maar omdat ik nog niet tevreden ben over mijn Nederlandse uitspraak vind ik dat ik daarvoor niet bevoegd ben. Mijn collega’s adviseerden me daarom om te solliciteren voor een baan binnen de zorg.” Met de hulp van arbeidscoach Henk Colijn van VluchtelingenWerk Nederland en taalcoach Sjef Vrencken kan Nabeela begin 2019 aan de slag met de BBL-opleiding Verzorgende IG bij SVRZ Ter Valcke in Goes. “SVRZ heeft mij enorm gesteund. Ik vond het moeilijk om de taal en praktijk tegelijkertijd uit te voeren, maar zij hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat ik mijn diploma kon behalen. Ik heb nu een vast contract en doe mijn werk met liefde.” Ibrahim is 48 jaar wanneer hij in Nederland komt en heeft veel werkervaring in het onderwijs. “Ik gaf bij Henk aan dat ik meteen wilde starten met lesgeven, maar dat ging helaas niet”, vertelt hij lachend. “Ik studeerde veertig uur per week om niveau B2 Nederlands te halen en ging daarnaast aan de slag als stagiaire bij het Ostrea Lyceum en daarna bij Scalda én Het Goese Lyceum. Twee scholen tegelijkertijd, zodat ik het Nederlands zo snel mogelijk onder de knie kreeg.” Na drie jaar stage te hebben gelopen en nadat hij te horen krijgt dat zijn diploma’s goed genoeg zijn om les te mogen geven binnen het Nederlandse onderwijs, besluit Ibrahim te starten met solliciteren. Na dertig sollicitaties kan hij voor drie maanden aan de slag bij Scalda, als vervangend docent. Daarna wordt zijn contract verlengd. Er volgen nog meer tijdelijke banen als vervangend docent bij het Ostrea Lyceum en CSW Walcheren. “Sinds drie jaar werk ik bij Curio. Eerst als vervanger in zowel Roosendaal, als Oudenbosch, en nu sinds dit jaar als vast docent in Oudenbosch. Het was een lange weg, maar ik heb geleerd om nooit op te geven.”

Het belangrijkste is dat je je best doetWhen in Rome, do as the Romans do 
Als nieuwkomer is een goede werksfeer voor Ibrahim prioriteit. “De meeste mensen accepteren ons, maar sommigen vinden het toch moeilijk om iemand met een andere cultuur en achtergrond te aanvaarden. Ik heb moeilijke situaties meegemaakt binnen het werk. Leerlingen die het accent niet goed of anders vonden en collega’s die afstandelijk deden”, vertelt hij. “Mijn vrouw en ik vinden het daarom belangrijk om te laten zien dat we er echt álles aan doen om te integreren. Ons uitgangspunt is: ‘When in Rome, do as the Romans do’. Integratie begint met het leren van de taal, maar daarnaast moet je flexibel zijn. Wij begrijpen dat het prettiger en makkelijker voor mensen is als wij ons best doen om Nederlandse normen en gewoonten over te nemen.” Zo zijn Ibrahim en Nabeela van oorsprong moslims, maar hebben Nabeela en haar dochter Hanin besloten om geen hoofddoek meer te dragen. “Het dragen van een hoofddoek was een gewoonte, niet meer dan dat. En alle gewoonten zijn betrekkelijk. Bovendien: als je je blijft vasthouden aan je eigen cultuur, kan dat uiteindelijk een belemmering worden.” Het opbouwen van een sociaal netwerk hoort ook bij het integratieproces, vindt het echtpaar. “Wij hebben inmiddels veel vrienden hier, met verschillende achtergronden en geloven, die ons steunen.”

Toekomst
Of ze ooit terug naar Syrië zullen kunnen, weet het echtpaar niet. “Op dit moment kunnen we zelfs niet op bezoek, want dan worden we meteen opgepakt op het vliegveld. Gewoon omdat we uit de provincie Daraa komen”, legt Ibrahim uit. “Wij beseffen dat onze toekomst hier ligt. Wij zijn dankbaar voor alle kansen die Nederland ons geeft en blij dat we veel hulp krijgen van verschillende mensen. Het allerbelangrijkste is dat je je best doet, of je nu succes boekt of niet. Wij zijn dan ook erg tevreden.”

Tekst: Gertie De Boey 

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Digitale krant