Afbeelding

“Minderjarigen die uit huis zijn geplaatst, hebben al jong heftige dingen in hun leven meegemaakt”

Column

Vorig jaar heb ik de specialisatieopleiding jeugdrecht afgerond. Dat houdt in dat ik minderjarigen mag bijstaan die verdacht worden van een strafbaar feit, maar ook minderjarigen die in een gesloten instelling geplaatst dreigen te worden.


Het Nederlandse jeugdrecht kent de uithuisplaatsing als één van de kinderbeschermende maatregelen. Een minderjarige wordt dan bij familie geplaatst, in een pleeggezin of bij een jeugdhulpaanbieder (een open groep waar meerdere kinderen verblijven). Een uithuisplaatsing wordt altijd door een kinderrechter getoetst. Al enkele jaren sta ik ouders bij die te maken krijgen met zo’n uithuisplaatsing. Een zeer ingrijpende maatregel, want de bedoeling van een uithuisplaatsing is rust en stabiliteit, maar het kind wordt wel uit zijn/haar vertrouwde omgeving weggehaald. 

In uitzonderlijke gevallen kan de gemeente of jeugdzorg een verzoek bij de rechtbank indienen om een minderjarige gesloten te plaatsen. De minderjarige gaat dan niet naar familie of een pleeggezin, maar naar een instelling voor gesloten jeugdhulp. Het is de meest verstrekkende maatregel, waarbij de vrijheid van de minderjarige wordt beperkt. De minderjarige mag namelijk niet zomaar weg, zit in principe ‘opgesloten’ en krijgt bijvoorbeeld verplicht behandeling. 

Er worden (gelukkig) strenge eisen gesteld aan een verzoek om een minderjarige gesloten te plaatsen. Daarnaast is het zo dat de minderjarige door de rechtbank een advocaat, die gespecialiseerd is in het jeugdrecht, krijgt toegewezen. In de praktijk komt het erop neer dat de rechtbank naar ons kantoor belt met de vraag of wij een minderjarige kunnen bijstaan. Na dit telefoontje krijg ik de stukken waarin staat waarom de gemeente of jeugdzorg vindt dat een gesloten plaatsing nodig is. 

Vaak verblijft een minderjarige op dat moment al bij de instelling, omdat de mogelijkheid bestaat om een telefonisch spoedverzoek bij de rechtbank te doen. Als de rechtbank dat telefonische verzoek toewijst, gaat de minderjarige al naar de gesloten instelling toe en vindt pas later een zitting plaats. Bij die zitting sta ik de minderjarige bij en gaat het over de vraag of de minderjarige nog langer in de gesloten instelling moet blijven. 

Zodra ik alle stukken heb ontvangen, ga ik langs bij de minderjarige in de gesloten instelling. Vrij heftig kan ik je vertellen, want deze vorm van uithuisplaatsing is voor minderjarigen vaak traumatisch. Wat ook opvalt, is dat deze minderjarigen, bijvoorbeeld nog maar 13 jaar oud, al veel heftige dingen in hun leven hebben meegemaakt. Huiselijk geweld, vechtscheidingen, drugsverslavingen, loverboyproblematiek, psychische problemen of zelfs zelfmoordpogingen zijn onderwerpen die bij deze kinderen al een rol in hun leven hebben gespeeld.

Wat ook opvalt, is dat het vaak echt leuke kinderen zijn die (met de juiste hulp en begeleiding) echt wel wat in hun mars hebben. En kinderen zijn vaak eerlijk. Zo dacht mijn minderjarige cliënte vorige week nog dat ik zelf ook in de gesloten instelling was geplaatst, omdat ik er volgens haar zo jong uitzie. Het leverde een bijzonder gesprek op en ik zie het maar als compliment. Ze vroeg daarna of ik nu voor de rest van haar leven haar advocaat ben. Officieel natuurlijk niet, maar tegen haar heb ik maar gezegd van wel. 

Heftige zaken, maar wel zaken waarin je hopelijk het leven van een kind in positieve zin kan veranderen en ze in ieder geval in een moeilijke tijd een luisterend oor kan bieden.

Valerie de Nooijer
Zeeuwse advocaat

Digitale krant